Faeröer Eilanden: Ontdek het onontdekte

Na een vlucht van zo’n 5,5 uur land je op het eiland Vágar, je eerste kennismaking met de ruige schoonheid van de Faeröer eilanden.

Bij aankomst haal je je huurauto op en rijd je naar je eerste overnachtingsplek, niet ver van de luchthaven. Vanuit het sfeervolle hotel kijk je in de verte uit op vogeleiland Mykines, dat je over een paar dagen gaat verkennen.

Tip: maak een wandeling naar het kleine dorpje Bøur, langs de huizen met typisch Faeröerse grasdaken.

Trek je wandelschoenen aan en ontdek het ruige Vágar via een van de schilderachtige wandelroutes die het landschap doorkruisen. Kies bijvoorbeeld voor de Postman’s Trail, het historische pad dat vroeger door postbodes werd gebruikt om vanuit Bøur het afgelegen dorpje Gásadalur te bereiken. De route leidt je onder andere naar Múlafossur, een van de meest iconische watervallen van de Faeröer.

Grote kans dat je onderweg wordt vergezeld door nieuwsgierige schapen. Niet voor niets worden de Faeröer eilanden ook wel de schapeneilanden genoemd – er wonen (veel) meer schapen dan mensen!

Een dagtour naar Mykines is een absolute aanrader. Dit eiland wordt ook wel het vogeleiland van de Faeröer genoemd en staat bekend om zijn ruige kliffen, zachte groene heuvelruggen en de enorme vogelkolonies die hier broeden. Je ziet hier onder andere jan-van-genten en – hoogtepunt voor vogelspotters – papegaaiduikers. Een unieke kans om deze kleurrijke vogels van dichtbij te bewonderen.

Blijf je liever op Vágar voor een mooie hike? Ga dan naar het spectaculaire Trælanípa, ook wel Slave Cliff genoemd. Volgens oude overleveringen zouden Vikingen hier vroeger slaven van de 142 meter hoge klif hebben geduwd. Nu is het vooral een plek van stilte en eindeloze vergezichten. Het pad voert langs steile, groene hellingen, met de Noord-Atlantische Oceaan die beneden tegen de rotsen beukt. Je betaalt een klein bedrag voor toegang, maar de fotogenieke uitzichten zijn het meer dan waard.

Je wordt vandaag wakker in Gjógv, een schilderachtig dorpje aan de noordkust van het eiland Eysturoy. De kleurrijke huisjes tussen groene hellingen en de beroemde rotskloof maken Gjógv tot een van de mooiste plekken van de eilanden. In de omgeving heb je bovendien goede kans om papegaaiduikers te spotten.

Tip: wandel tegen het einde van de dag naar het uitkijkpunt boven het dorp en geniet van een indrukwekkend uitzicht over de Atlantische Oceaan.

Een wandeling naar het hoogste punt van de Faeröer eilanden is een goede manier om de indrukwekkende natuur van Eysturoy verder te verkennen. Bij helder weer word je beloond met een weids uitzicht over alle eilanden.

Ben je toe aan meer ontspanning? Dan is een bezoek aan het charmante kustdorpje Eiði een mooi alternatief. Hier wandel je langs ruige basaltformaties, een schilderachtige vuurtoren en kijk je uit op de iconische rotspunten Risin og Kellingin (‘de reus en de heks’) in zee.

Vandaag maak je een roadtrip van Gjógv naar Tórshavn, de hoofdstad van de Faeröer eilanden op het eiland Streymoy. Onderweg passeer je Tjørnuvík, een kustdorpje waar je met een beetje geluk lokale surfers spot.

Vervolgens rijd je door naar Saksun, waar je kunt stoppen voor een mooie wandeling naar watervallen. Bijzonder: bij eb kun je over het zwarte zandstrand de Atlantische Oceaan bereiken.

Tórshavn is de kleinste hoofdstad van Europa en precies daarin zit de charme! Wandel door de smalle straatjes in Tinganes, het oude stadsdeel waar ook het oude parlement van de Faeröer eilanden is – een van de oudste ter wereld die nog in gebruik is.

Tórshavn is ook dé plek om te proeven van de Faeröerse eilandkeuken. Het culinaire aanbod is divers: van eenvoudige eettentjes tot restaurants op topniveau, waar chefs de lokale eetcultuur combineren met moderne Nordic invloeden.

Je reis zit erop. Met nieuwe ervaringen en onvergetelijke herinneringen vlieg je terug naar Nederland. Vergeet je extra warme sokken van Faeröerse schapenwol niet!